Gitarist interview (NL) 2000

From Allan Holdsworth Information Center
Revision as of 12:09, 19 July 2020 by Per (talk | contribs)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)

Dutch magazine Gitarist published an obituary in April 2017. The obituary contains fragments of an interview Allan from April 2000. These fragments are presented here in machine translation. The original Dutch version is found below. Found here:

http://www.gitarist.nl/nieuws/artikel/2-18860/in-memoriam-allan-holdsworth

Interview excerpts from Guitarist April 2000, by Michiel Roelse

Allan Holdsworth actually wanted to play the saxophone. However, Father Sam found that instrument a bit overbearing and bought a guitar instead. Sorry for Allan, but happy for our guitarists. It is precisely his fascination for wind instruments that has made Allan Holdsworth what he is now: a leading and completely idiosyncratic fusion guitarist. Holdsworth makes his own rules and for a long time there is no one who can keep him. His phenomenal legato technique allows him to play combinations of notes that others break their heads - and fingers - over for months. A virtuoso in the true sense of the word. Oops, did I say 'virtuoso' there?

American guitar magazines describe you as 'uncompromising genius' and 'virtuoso' and even 'the maestro'. You know, you probably feel pretty uncomfortable with that kind of screaming…

‘Say that! I never know how to react to that. If I've achieved anything - and that means a lot more to me than those exaggerated expressions - it's that I'm still learning new things. That I will continue to grow. "

Your music is sometimes said to be the same.

"I know from myself that my music is different than before. I can not answer that further. People also come to me saying that they liked me better twenty years ago. I respect that, but I hope they understand that I can not get stuck in it. I have to move forward." [Machine back translated.]

I hear more and more jazz and less and less rock in your music.

"It is a long journey full of developments and developments. When I started, I was pretty much worthless, like everyone else. I played pop because I could, then blues and then rock. As you increase your skills, you automatically want to play something different, you want to grow. I think you're right. It's becoming jazier. ” [Machine back translated.]

When I play your music, I always remember how impossible that actually is. Somehow you always know how to put together a group of notes that seem completely unplayable. How do you do that?

"I practice scales with four fingers per string. Not because I want to play it in my solos, but because it's easier to cover the whole neck. It's a natural way to get from one place on the neck to the other. Violinists do not do otherwise. When I play, I actually think more in lines and not so much in scales. I used to write out chord schemes and then try to come up with ways to get from one chord to another in an interesting way. Preferably so that it just seemed like I was going in a very different direction than the schedule to come back at the right moment. If you play on a static chord, you're completely free. It's fun to do things like play chords arpeggios in a downward direction. For example, G, F #, F and E but always in higher positions. ” [Machine back translated.]

Original Dutch version

Interviewfragmenten uit Gitarist april 2000, door Michiel Roelse

Eigenlijk wilde Allan Holdsworth saxofoon spelen. Vader Sam vond dat instrument echter wat te begrotelijk en kocht in plaats daarvan een gitaar. Jammer voor Allan, maar gelukkig voor ons gitaristen. Juist zijn fascinatie voor blaasinstrumenten heeft Allan Holdsworth gemaakt tot wat hij nu is: een toonaangevende en volstrekt eigenzinnige fusiongitarist. Holdsworth maakt zijn eigen regels en er is al lang niemand meer die hem bij kan houden. Zijn fenomenale legato-techniek stelt hem in staat combinaties van noten te spelen waar anderen zich maandenlang het hoofd – en de vingers – over breken. Een virtuoos in de ware zin van het woord. Oeps, zei ik daar ‘virtuoos’?

In Amerikaanse gitaarbladen wordt je beschreven als ‘compromisloos genie’ en ‘virtuoos’ en zelfs ‘de maestro’. Jou kennende voel je je waarschijnlijk knap ongemakkelijk bij dat soort kreten… ‘Zeg dat wel! Ik weet nooit hoe ik daarop moet reageren. Als ik al iets bereikt heb – en dat betekent veel meer voor me dan die overspannen loftuitingen – dan is het dat ik nog steeds nieuwe dingen leer. Dat ik blijf groeien.”

Van jouw muziek wordt wel eens gezegd dat het altijd hetzelfde is. “Van mezelf weet ik dat mijn muziek anders is dan vroeger. Ik kan daar verder geen antwoord op geven. Er komen ook mensen naar me toe die zeggen dat ze me twintig jaar geleden beter vonden. Dat respecteer ik, maar ik hoop dat ze begrijpen dat ik daar niet in kan blijven hangen. Ik moet vooruit."

Ik hoor steeds meer jazz en steeds minder rock in je muziek. “Het is een lange reis vol verwikkelingen en ontwikkelingen. Toen ik begon was ik knap waardeloos, zoals iedereen. Ik speelde pop omdat ik dat kon, daarna blues en toen rock. Als je vaardigheden toenemen wil je automatisch steeds iets anders gaan spelen, je wilt groeien. Ik denk dat je gelijk hebt. Het wordt jazzier.”

Als ik je muziek speel valt me steeds weer op hoe onmogelijk dat eigenlijk is. Op een of andere manier weet jij steeds een groep noten achter elkaar te zetten die volkomen onspeelbaar lijkt. Hoe doe je dat toch? “Ik oefen toonladders met vier vingers per snaar. Niet omdat ik dat per se in mijn solo’s wil spelen, maar omdat het dan makkelijker wordt de hele hals te bestrijken. Het is een natuurlijke manier om van de ene plaats op de hals naar de andere te komen. Violisten doen niet anders.

Als ik speel denk ik eigenlijk meer in lijnen en niet zozeer in toonladders. Vroeger schreef ik akkoordenschema’s uit en probeerde dan manieren te verzinnen om op een interessante manier van het ene akkoord naar het andere te komen. Liefst zodat het net leek of ik een heel andere kant op ging dan het schema om dan toch weer op het juiste moment terug te komen. Als je over een statisch akkoord speelt ben je helemaal vrij. Het is dan leuk om dingen te doen als het spelen van arpeggio’s van akkoorden in een dalende richting. Bijvoorbeeld G, F#, F en E mar dan steeds in hogere liggingen.”